Europeaan tegen wil en dank: in de voorhoede van Napoleons Grande Armee (1805-1813)
Op 4 november 1805 begon August Lamberts aan zijn reisjournaal. Hij was een van de vele Belgische 'conscrits' die verplicht werden militaire dienst te verrichten in de legers van het Napoleontische keizerrijk. Gedurende een periode van acht jaar zou hij in zijn notitieboekje de vele verblijfplaatsen
op zijn tochten door Europa zorgvuldig neerschrijven.Resultaat is een nauwkeurig beeld van de opleiding en de training, de verkenningstochten,de gevechtsacties, de observatie- en politionele opdrachten van Napoleons oorlogsmachine.
De opdrachten en de belevenissen van Lamberts' cavalerieregiment worden in de diplomatieke en militaire geschiedenis van die periode gekaderd. Daarnaast heeft het boek ook oog voor de belevingswereld van de gewone dienstplichtigen,
die tegen wil en dank deel uitmaakten van de grote geschiedenis die toen in bloed werd geschreven. Daarvoor wordt ook gebruik gemaakt van de kroniek van Willem Kenis.
Auteur Emiel Lamberts (Londerzeel) is emeritus hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de KU Leuven. Hij doceerde er van 1973 tot 2006 Europese politieke en religieuze geschiedenis. Bovendien is hij een afstammeling van het hoofdpersonage.