De Kleptomaan
Parijs, november 1823. De dagen van Théodore Géricault, artistepeintre, zijn geteld. Zijn caière, ingezet met veel branie en onstuimigheid, is te pletter gelopen allesoverheersende neoclassicisme; zijn preromantische doeken vol dood, waanzin en ouderdom vinden weinig erkenning. Vanop zijn sterfbed schrijft Géricault koortsachtige,gejaagde brieven van zijn vriend John Constable. Het zijn indringende passages waarin zijn tumultueuze verleden opnieuw tot leven komt. Deze brieven worden afgewisseld met fragmenten uit het leven van Theo Depoorter, verpleeger in een bejaardetehuis. Zijn vrouw heeft hem verlaten en verhinderd alle contact met zijn dochtertje. Dagelijks wordt hij geconfronteerd met aftakeling, ouderdom en dementie. Theo zoekt vergetelheid en gezelschap in café 'De Gouden Carlos'... Beide verhaallijnen worden op een geraffineerde manier met elkaar verweven in dit knap geconstueerde, meeslepende boek. De kleptomaan is een orgineel dubbelverhaal over verloren illusie. Een meestel