Geen tijd voor tranen
Drie schoten, drie kogels, kort en droog als het klappen van een zweep en netjes naast elkaar, tussen de vijfde en de zesde rib, precies op de plaats van het hart. Zijn borstkas kraakte open, bloed spatte naar alle kanten en een helse pijn zoemde door zijn lichaam. De telefoon rinkelde. ‘Hallo? Hallo?’ Hijgen en zuchten aan de andere kant van de lijn. ‘Verkeerd verbonden,’ zei de commissaris. ‘Koffie voor de mannen?’ vroeg Flora. ‘Koffie met een koekje!’ antwoordde Tony Bambino. ‘Een koekje uit je broekje,’ zei Vindevogel. ‘Vuile snoepers!’ lachte Flora. In het verduisterde aquarium van de Zoo werd een onbekend lijk door piranha’s aan stukken gescheurd. WIJ ETEN OM 3 UUR STIPT, flikkerde in rode neonletters boven het bassin. Onder een kapotte straatlamp wachtten zij hem op. Zij droegen groene badmutsen, met gaten voor ogen en neus en mond. WHÀMMM! De eerste slag kwam totaal onverwacht, in zijn maag, en zonder pijn. De commissaris plooide dubbel en zakte kokhalzend door zijn knieën.