Geschiedenis en archeologie van de Bijbel
De bijbel heeft een grotere invloed op de westerse beschaving uitgeoefend dan welk boek ook. De woorden en zinswendingen in de bijbel zijn prachtig en verheven; de inhoud wordt door gelovigen als door God geïnspireerd beschouwd. De bestaansgeschiedenis van de bijbel is zeer afwisselend: vereerd en bewonderd, verguisd en veracht.
In deze bijzondere en rijk geïllustreerde uitgave presenteert de bekende kunsthistoricus en archeoloog John Romer zijn visie op het ontstaan van de bijbel. Met vaste hand schildert hij ons de historische achtergronden, volgt hij het spoor vanaf de zoutvlakten in Mesopotamië met hun overstromingen (Noach) tot in de Nijldelta met zijn sombere tempels. Op een levendige manier beschrijft Romer hoe de bijbel werd geschreven en door wie. Het boek bestrijkt een uitgebreid terrein en omvat een gigantische tijdsspanne: vanaf de alleroudste bronnen van Nimrud, via de Israëlieten, Antiochie, Byzantium, Karel de Grote en Maarten Luther tot aan de spoorzoekende archeologen en historici van de twintigste eeuw. Geschiedenis en archeologie van de bijbel is echter vooral een boek over de mensen die, geleid door de hand van de voorzienigheid of een welgezinde Godheid, de bijbel het licht hebben doen zien en hebben gekoesterd.