De geseling van Cádiz
Cádiz, 1811. Spanje en Amerika zijn verwikkeld in een strijd om hun onafhankelijkheid. Tegelijkertijd wordt er in de straten van de meest liberale stad van Europa een andere strijd geleverd. In Cádiz duiken lichamen op van jonge meisjes van wie de huid met zweepslagen opengereten is. Op elke plek, vlak voordat het lichaam gevonden wordt, is een Franse mortier ingeslagen. Op de plattegrond van de stad wordt zo een luguber en huiveringwekkend patroon uitgetekend, van een spannende schaakpartij, waarbij een onzichtbare hand stukken verplaatst die het lot van de personages beïnvloedt en met elkaar verbindt. De erfgename van een vooraanstaande handelsfamilie uit Cádiz, een avontuurlijke kapitein zonder scrupules, een misantropische en spionerende taxidermist en een excentrieke Franse kanonnier die het belangrijker vindt het technische probleem van het korte bereik van zijn mortieren op te lossen dan de oorlog zelf. Rogelio Tizón, de corrupte en meedogenloze politiecommissaris, wordt belast met de zaak en zet de achtervolging op een mysterieuze en gewelddadige moordenaar in. Iemand met wie hij vreemd genoeg nauwer verbonden is dan hij denkt. Het is echter zaak om hem een halt toe te roepen voordat er nog meer lijken van jonge meisjes opduiken en de Franse mortieren ver genoeg komen om de hele stad in puin te leggen.