Tien dagen die de wereld deden wankelen
Het was 7 november 1917 en wie het nieuws hoorde, viel van zijn stoel: in Rusland had een relatief kleine groep bolsjewieken de macht gegrepen, de tsaristische structuren vernietigd en de eerste proletarische arbeidersstaat ter wereld uitgeroepen. Het was de geboorte van een experiment dat een stempel zou drukken op de hele twintigste eeuw. Over die Oktoberrevolutie zijn vele boeken volgeschreven. Sommige analyserend, andere verhalend, sommige negatief, andere positief. Maar altijd achteraf geschreven.
In de wereldliteratuur bestaat één grote uitzondering: Tien dagen die de wereld deden wankelen, het meeslepende ooggetuigenverslag van de jonge Amerikaanse journalist John Reed, een van de weinige westerlingen die de revolutie vanaf de eerste rij meemaakte. In zijn reportage holt Reed als een razende reporter van hot naar her, brengt hij verslag uit van de toespraken van Lenin over 'vrede, brood en land', staat op de eerste rij bij de bestorming van het Winterpaleis en woont de bezetting van fabrieken bij. Een boek dat de chaos en de geestdrift van die periode geniaal in woorden weet te vatten.
Deze heruitgave van Tien dagen die de wereld deden wankelen verschijnt in een herziene vertaling en gaat - voor het eerst in een Nederlandstalige uitgave van dit boek - vergezeld van het oorspronkelijke voorwoord van John Reed.
'Vanaf de eerste pagina heeft Tien dagen die de wereld deden wankelen een tempo en een toon die het tot een bijzonder boek maken, in een tijdperk waarin het genre van de reportage nog in de kinderschoenen stond. Het blijft een van de grote teksten uit de Amerikaanse journalistiek' - The Guardian