Na Saddam: mijn leven als bewindvoerder van Irak
Toen Paul 'Jerry' Bremer, diplomaat in ruste en expert op het gebied van terrorismebestrijding, als 'onderkoning' in het naoorlogse Bagdad aankwam, was hij geschokt door het geweld, de verwoesting, en de chaos die hij aantrof. Het Iraakse leger was verdwenen, er was geen bruikbaar geld in omloop, overal waren plunderaars, de elektriciteit werkte niet, de voedselvoorziening was in gevaar. Met man en macht - en ondanks grote politieke tegenstand - probeerde Bremer de economie vlot te trekken en het land op weg te helpen naar democratie. In Na Saddam schetst Bremer hoe hij samen met de Iraakse leiders werkt aan de opstelling van een grondwet die de individuele mensenrechten moet waarborgen. Ook schrijft hij over zijn ontmoetingen met president Bush en zijn talloze gesprekken met de ministers Donald Rumsfeld, Condoleezza Rice en Colin Powell. Bremer geeft een dramatisch beeld van de heldhaftige pogingen van zijn staf om het geteisterde Iraakse volk enige hoop op vrede en een toekomst te bieden. Het is een eerlijk verslag uit de eerste hand van de chaos en het gevaar, opgetekend door de man die van president Bush de opdracht kreeg het verwoeste Irak opnieuw op te bouwen. Het aangrijpende en huiveringwekkende relaas van het eerste jaar in het Irak na Saddam Hoessein.