Elisabeth Van Belgie 1876-1965: een ongewone koningin
In 1900 trouwde Elisabeth, hertogin in Beieren, uit het huis Wittelsbach, met de Belgische kroonprins Albert. Negen jaar later werd ze koningin van België. Elisabeth was extravagant en voelde zich aangetrokken tot het ongewone. Ze interesseerde zich voor de geheimen van Egyptische koningsgraven, yoga, Indische filosofie, psychoanalyse en alternatieve geneeskunde. Maar ze was ook gepassioneerd door kunst en wetenschap en had haar hart verloren aan de klassieke muziek en de geneeskunde. Tal van verenigingen kwamen mede onder haar impuls tot stand. De bekendste is de jaarlijkse Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Elisabeth was een doorzetster. Wanneer ze iets in haar hoofd haalde, kon niemand haar tegenhouden, ook haar man of de regering niet. En ze streek velen tegen de haren in. Officieel was ze katholiek, maar ze voelde zich niet aangesproken door religieuze regels of verboden, laat staan door kerkelijke rituelen. Ze was ook een volbloed pacifiste en sympathiseerde met het communisme. Niet voor niets werd ze ‘rode oma’ genoemd. Desondanks geloofde ‘de gekke koningin’ in het bestaansrecht van de monarchie. Alleen het koningshuis kon volgens haar de wereld verbeteren, niet de politieke partijen of het proletariaat.