Asfalthonger
Het wordt druk op de weg tussen Alaska en Vuurland. Twee boeken tegelijk zijn er in het Nederlands vertaald over avonturen op de PanAmerican Highway, de denkbeeldige weg tussen de noord- en zuidpunt van de Amerika's. 'Asfalthonger' is het relaas van twee stoere Noordamerikaanse autoliefhebbers die het wereldrecord over deze grotendeels onverharde route willen verbeteren. In 'Van Alaska tot Vuurland' zijn het brave Duitse jongens die hun Volkswagenbusje over de Atlantische Oceaan hebben versleept om die tocht te volbrengen.
Wie rijdt er nu een een auto doort een continent dat daarop niet is ingericht en dat per prachtige spoorwegen en een fijnmazig busnet uitstekend te bereizen is? Ten zuiden van de Verenigde Staten is van een highway geen sprake meer, tachtig procent van de tocht is minder dan een B-weg en dan ook nog grotendeels onverhard. Bovendien zit er tussen Panama en Colombia een gat in die weg, een gat van een paar honderd kilometer ondoordringbaar oerwoud.
Dat kan mooie verhalen opleveren, maar dan moet je wel wat te melden hebben en om je heen kunnen kijken. Die twee macho's van 'Asfalthonger' beperken zich tot opschepperige verhalen over kogelvrije vesten in de auto, een ontmoeting met een zakkenroller is al een heldenstory. Het duurt 140 pagina's stoer gebral voordat ze eindelijk van start gaan.
De rest is oersaai: asfalt en gatenwegen. Ze durven geen plaatselijk voedsel te eten, wat ze over de omgeving melden, halen ze uit een map met kranteknipsels die ze in de auto hebben liggen. Indianenverhalen over geweld en andere misdaad, als je met zo'n vaart door het continent trekt (Vuurland-Alaska in 24 dagen) kun je ook niet veel meer doen dan algemeenheden opschrijven.
De twee Duitsers in hun Volkswagenbusje zijn een stuk naiever. Ze komen er pas in Panama achter dat er helemaal geen weg is tussen Midden- en Zuid-Amerika en dat levert dan zegge en schrijve een aardig hoofdstuk op.
Want aan het einde van de doodlopende weg verzamelt zich langzaam een hele kudde van wanhopige wereldreizigers, die worstelen met het dilemma hun geliefde blik in de steek te laten of een fors bedrag voor verscheping te betalen.
Uiteindelijk charteren ze met negentien auto's en drieenvijftig reizigers een roestend vrachtschip, waarin ze dagenlang op zee ronddobberen, tot er een ander schip verschijnt en de kapitein via een scheepsroeper kan vragen welke kant het is naar de haven. Waarna het boek vervolgt met het hoofdstuk 'Venezolaanse impressies'.
Nog een waarschuwing: een betrouwbare handleiding voor het moeizame reizen met een eigen auto in Latijns Amerika is 'Van Alaska tot Vuurland' niet.
Helemaal aan het eind, boek, wanneer de schrijvers Hans und Ulf terloops melden dat Evita Peron zojuist in het cachot is geworpen, blijkt dat deze wondertocht al bijna twintig jaar geleden werd gemaakt. Ook in Latijns Amerika verandert de wereld snel.