De vier seizoenen van Mary
Brugge, 1787. Op de kasseien ratelt een koets. Twee ogen kijken nieuwsgierig door het raampje. Sister Mary neemt de stad in zich op: hier ligt een nieuwe toekomst. Ze heeft niet zelf gekozen voor een kloosterleven in Vlaanderen, maar ze zal er het beste van maken.
Ondanks de gesloten kloosterpoort leert Mary twee mannen kennen: de flamboyante brouwerszoon Philippe en de verlegen stadsgriffier Simon. Hoezeer de autoritaire kloosteroverste Mary ook koeioneert, ze kan niet beletten dat de jonge non een meer dan gewone belangstelling krijgt voor Philippe. Maar ook de verlichte ideeën van Simon prikkelen haar schrandere geest.
Tegen de achtergrond van een bruisend 18de-eeuws Brugge vol troebelen en onrust - de verordeningen van keizer-koster Jozef II worden minder en minder in dank afgenomen - stapelen de dubieuze intriges zich op. Een hallucinante ontknoping lijkt onvermijdelijk.
Naast een heuse stadsgeschiedenis schildert Geert van Maele hier vooral het treffend portret van mensen van vlees en bloed. Een schitterende historische roman in een uitgelezen kader.
GEERT VAN MAELE GEERT VAN MAELE schrijft met De vier seizoenen van Mary
een sterk historisch verhaal dat op zich staat, maar ook het eerste deel is van een trilogie, aansluitend bij De stille revolutie van Mary en Twee Mary's.