Ga ik dood als ik twaalf ben?: Michiel en Amber, leven met progeria
‘Mama, op school zeggen de groten dat ik doodga als ik twaalf ben. Is dat waar?’ Godelieves hart breekt als ze de vijfjarige Michiel deze vraag hoort stellen. En ze krijgt een ‘ja’ niet over haar lippen.
Zoals alle jonge vrouwen droomde Godelieve van een mooi gezinnetje met haar grote liefde. Twee gezonde kinderen met Wim, dat was haar ideaalbeeld. Met de geboorte van Michiel leek die droom erg dichtbij te komen. Maar al snel bleek dat er ‘iets’ scheelde met Michiel. Jarenlang werd er gezocht naar de juiste diagnose. Aan een tweede kind durfde het koppel niet meer denken. Uiteindelijk komen Godelieve en Wim er zelf achter dat Michiel lijdt aan progeria, een uiterst zeldzame verouderingsziekte waarbij kinderen gemiddeld voor hun dertiende verjaardag overlijden. Godelieves wereld stort in. Maar ze vindt steun bij andere progeriaouders in binnen- en buitenland én ze leert dat progeria niet erfelijk is. Na jaren wachten wordt ze zwanger van een dochter. Godelieves toekomst krijgt met de geboorte van Amber weer kleur. Tot het afschuwelijke moment dat de dokters haar vertellen dat ook dit kindje aan progeria lijdt.
Ga ik dood als ik twaalf ben? is het aangrijpende en inspirerende verhaal van een sterke moeder die ondanks de keiharde wetenschap dat ze haar beide kinderen zal verliezen, er toch in slaagt met volle teugen van elke dag samen te genieten. Ook de ouders van Toontje en Mats, de twee andere kinderen met progeria in Vlaanderen, doen hun verhaal in dit boek. Twee kinderen met progeria, de nu tienjarige Michiel zelf en zijn Britse vriendinnetje Hayley, vertellen op een ontroerende en ontwapenende manier hoe het is om te leven met hun ziekte en het besef jong te zullen sterven.