In De Hel Van Opus Dei de aangrijpende inside-story van een ex-sektelid
Dit boek is een van de eerste getuigenissen ooit dat het leven van de leden van het Opus Dei van binnenuit beschrijft. Opus Dei of ‘Het Werk’ werd in 1928 gesticht door Mgr. Escrivá de Balaguer en vertoont veel gelijkenissen met een sekte. Een systeem van ‘broederlijke terechtwijzingen’ beheerst tot in detail hoe de leden zich dienen te presenteren en met wie ze mogen omgaan, terwijl de index, waarvan de katholieke kerk zelf al jaren geleden is afgestapt, steeds weer wordt aangevuld om de leden te beschermen tegen o.a. opruiende films. Het leven in deze afgesloten wereld wordt bepaald door de eerbiediging van na te leven ‘normen’ (zo’n twintig dagelijks te verrichten taken), de rekrutering van nieuwe leden (het enige motief om vrienden buiten ‘Het Werk’ te hebben) en vorming (die meer weg heeft van indoctrinatie). Een en ander impliceert dat de leden geen enkele vrijheid rest en dat ze volkomen onderworpen zijn aan de wil van hun superieuren.
Op haar twintigste werd de Franse geografiestudente Véronique Duborgel gerekruteerd, nagenoeg zonder er erg in te hebben. Ondanks haar groeiend onbehagen bleef ze dertien jaar deel uitmaken van deze organisatie, die zich in verregaande mate mengde in haar dagelijks bestaan en haar privéleven. Toen Véronique Duborgel twee priesters van het Opus Dei toevertrouwde dat haar man haar kleineerde en haar geregeld sloeg, kreeg ze beide keren hetzelfde antwoord: ‘Dat is je kruis; draag het!’ Op een dag had een lid van de ‘hogere graden’ het lef om vrouwen op één lijn te zetten met honden. Voor Véronique Duborgel was dat letterlijk een breekmoment: in maart 1996 verzamelde ze al haar moed om na een hel van dertien jaar met ‘Het Werk’ te breken. Maar tegen een hoge prijs…