Paradox van het Belgisch kapitalism
Welke structuurveranderingen zijn nodig binnen het Belgisch kapitalisme?
Waarom zijn er in België minder ondernemingen die doorgegroeid zijn tot een internationale dimensie dan in Nederland, Zweden en Zwitserland? Waarom zouden, zoals zo vaak gesteld wordt, de Belgische ondernemingen minder geneigd zijn om in marketing te investeren? Hoe komt het dat de grote exportgerichtheid van de Belgische economie vooral gerealiseerd wordt door de buitenlandse ondernemingen die zich hier gevestigd hebben? Waarom heeft de strategische heroriëntering van de financiële sector zo lang aangesleept? Waarom creëren de overnames van Belgische ondernemingen zoveel onzekerheid over de strategische toekomst van de Belgische economie? Hoe komt het dat er in België minder hoog technologische starters zijn dan in de Amerikaanse staat Massachusetts die geografisch en economisch kleiner is dan België?
Herman Daems gaat in zijn nieuwe boek nader in op deze en vele andere vragen. In een tiental essayistische hoofdstukken onderzoekt hij waardoor Belgische ondernemingen wel een goede rentabiliteit hebben, maar veel moeilijker tot een strategische dynamiek komen. Na de strijd om de Generale Bank is dit boek een bijzonder actuele bijdrage tot het debat of de Belgische en Vlaamse bedrijven nog een internationale rol kunnen spelen en welke structuurveranderingen binnen het Belgisch kapitalisme noodzakelijk zijn om dit nog tot stand te brengen.