Schimmen met een ster: Het Bewogen Leven Van Joodse Ondergedoken Kinderen Tijdens De Tweede Wereldoorlog In Belgie.
Van de bijna vijfduizend joodse kinderen die vanuit België werden gedeporteerd naar concentratiekampen, overleefden nog geen honderd de Tweede Wereldoorlog. Om te ontsnappen aan die gruwel van de concentratiekampen werden in België iets meer dan vijfduizend joodse kinderen verborgen in schuilplaatsen. Het profiel van hun redders was zeer divers: van doorgewinterde verzetslui tot sociaal bewogen geestelijken. De onderduik verliep in België erg efficiënt. De tijdelijke plaatsing van verzwakte stadskinderen op het platteland bleek een ideale dekmantel voor de illegale reddingsoperaties. Voor de joodse kinderen was de schok groot. Van de ene dag op de andere kwamen ze terecht in een vreemd milieu en kregen ze een andere naam en een andere religie. Hun ware identiteit prijsgeven kon niet, want het gevaar ontdekt te worden door de nazi’s dreigde voortdurend. Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende voor veel van de kinderen een nieuw drama: vaak keerden hun ouders niet terug uit de concentratiekampen. En inmiddels waren verscheidene joodse kinderen gedoopt. Zowel de katholieke als joodse gemeenschap eiste hun zieltjes op. Deze jarenlange krachtmeting werd uitgevochten boven de hoofden van de kinderen, die zelfs na de oorlog geen onbezorgd leven werd gegund.